Consumenten besteden ieder jaar meer geld aan duurzaam voedsel. Het aandeel duurzaam voedsel binnen de totale voedselbestedingen steeg van 8 procent in 2015 naar 10 procent in 2016, zo blijkt uit de jaarlijkse Monitor Duurzaam Voedsel die in oktober 2017 werd gepubliceerd. Het merendeel van de voedselbestedingen kwam ten goede aan vlees en vleeswaren met een duurzaamheidskeurmerk. Maar ook levensmiddelen die zonder duurzaamheidskeurmerken in de Nederlandse supermarkten liggen worden duurzamer.

Duurzaamheidskeurmerken

In Nederland bestaat een heel scala aan duurzaamheidskeurmerken, voor dierenwelzijn (Beter Leven), eerlijke handel (Fairtrade), biologisch(dynamische) productie (Demeter, EKO) of lokaal gepromote productie (Streekproduct). Voor de consument is zo’n duurzaamheidskeurmerk herkenbaar en transparant, maar het betekent bepaald niet dat de rest van de voedselproducerende sector stil zit.

Duurzaamheidsthema’s in de supermarkten

Volgens Marieke Doolaard, manager duurzaamheid bij het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL), is duurzaamheid voor het CBL en haar leden een belangrijk thema. “In de Nederlandse supermarkten liggen wel 800 tot 30.000 verschillende producten. Alle duurzaamheidsthema’s zijn een thema voor ons.” Of het nu gaat over dierenwelzijn, voedselverspilling, verpakking of klimaatbelasting: het heeft allemaal een betekenis voor de duurzaamheid van de producten in de supermarktschappen. Input over actuele duurzame kwesties ontvangt het CBL onder andere van haar leden, maatschappelijke organisaties, onderzoeksinstituten en ministeries.

Collectieve belangen van supermarkten

Het CBL behartigt de collectieve belangen van supermarkten en foodservicebedrijven. Die belangen hebben betrekking op wetgeving, consumentenzaken en kwaliteit, gezondheid, medewerkers en veiligheid, logistiek en duurzaamheid van de Nederlandse supermarkten. Supermarkten werken volgens Doolaard continu aan het verduurzamen van de voedselketen. Ze nemen volgens haar daarin hun verantwoordelijkheid en dragen bij aan het aanpassen van productieprocessen naar de wensen van de consument en de samenleving. Ook zetten supermarkten volop in op het energiezuiniger inrichten van distributiecentra, winkels en het logistieke proces. Het CBL en haar leden nemen zelf ook actief initiatief om de producten in de schappen te verduurzamen. Daarbij wordt gelet op het dierenwelzijn, milieu en de gezondheid. Een resultaat daarvan is een duurzamere kip, die sinds 2015 in het koelvak van de supermarktschappen ligt. Met de betrokken partijen uit de pluimveesector is in 2010 in kaart gebracht wat men belangrijk vond en wat haalbaar was. Ten aanzien van de gezondheidsaspecten streefde men naar het terugbrengen van het antibioticagebruik. Meer bewegingsruimte voor het dier en het aanbrengen van een dag -en nachtritme (dus ’s nachts de verlichting uit in plaatst van aan) verbeterde de dierwelzijnsaspecten. Het verminderen van de uitstoot en benutting van reststromen voor de opwekking van groene energie leidde tot een verminderde milieubelasting.

“De meeste voedselverspilling vindt bij de consument thuis plaats.”

Voedselverspilling

Het CBL heeft het tegengaan van voedselverspilling al enige jaren op de agenda staan. Door slim in te kopen, goed te plannen en op tijd af te prijzen proberen supermarkten het aantal niet-verkochte producten zo klein mogelijk te houden. Doolaard: “De meeste voedselverspilling vindt bij de consument thuis plaats.” De supermarkten proberen op meerdere manieren de consument bewust te maken en verspilling te voorkomen. Zo wordt er korting gegeven op producten die vlak voor de THT-datum zitten zodat deze niet worden weggegooid maar nog worden geconsumeerd. Om voedselverspilling bij de consument tegen te gaan zijn erin de supermarkten stickers van het Voedingscentrum verspreid waarop te zien is wat wel en niet in de koelkast bewaard kan worden. Ook wordt op de verpakking vermeld hoe een product bewaard moet worden en staat er op de verpakking hoe je die kunt weggooien. Het CBL heeft samen met de FNLI, het Voedingscentrum en de overheid in 2017 de Green deal Over de datum? ondertekend. Afgesproken is onder meer dat partijen duidelijk gaan communiceren over de betekenis van de houdbaarheidsdata om zo te voorkomen dat consumenten onnodig voedsel weggooien. Ook werken alle supermarkten samen met de Voedselbank, waarbij producten die tegen de houdbaarheidsdatum aanlopen gedoneerd worden.

Soms kan een verbetering van het ene duurzaamheidsthema leiden tot een verslechtering van het andere. Krijgt een dier meer bewegingsvrijheid, dan wordt de stal groter maar beïnvloedt dat weer de leefomgeving van de burger. Wie met het verpakken de houdbaarheid van groente of fruit wil verhogen, zit vervolgens met extra verpakkingsmateriaal en extra afvalstromen. Om dit te voorkomen zal in de toekomst meer aandacht komen voor inclusiviteit en meer verbinding tussen afzonderlijke thema’s.

Samenwerking met ketenpartners

Het is niet altijd mogelijk om als afzonderlijke partij te verduurzamen. Wil je een duurzame transitie in de hele agrifoodketen dan is een goede samenwerking met de partners in de keten en een actief betrokken overheid essentieel. Dit is de achtergrond van de totstandkoming van de Alliantie Verduurzaming Voedsel. Deze Alliantie is een samenwerkingsverband van de Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland (LTO Nederland), de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI), het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL), de Vereniging Nederlandse Cateringorganisaties (Veneca), Koninklijke Horeca Nederland (KHN) en Nederlandse Vereniging Diervoederindustrie (Nevedi).

Verduurzaming van levensmiddelen

De Alliantie Verduurzaming Voedsel streeft er naar de minimumeisen voor de voedselproductie verder te verhogen voor het welzijn van mens, dier en milieu en een verankering in alle bedrijfsprocessen in de gehele agrifoodketen. Een thema waar de komende jaren veel aandacht aan wordt besteed is een verdere verduurzaming van de vleesketen en een inventarisatie van de stappen die er nog gezet moeten worden zodat uiterlijk in 2020 duurzamer vlees in de winkelschappen ligt. Daarnaast worden de meest succesvolle pilots rond verduurzaming voedsel die onder het Platform zijn uitgevoerd, binnen de Alliantie verder opgeschaald. Liesbeth Dirven, namens de Alliantie Verduurzaming Voedsel: ”Gezamenlijk proberen we de lat over de hele linie te verhogen en te verduurzamen. We organiseren ‘ketentafels’, bijeenkomsten waarbij met de ketenpartners om de tafel gaan om te bespreken waar we tegen aan lopen tijdens het verduurzamingsproces.” Ook in de keten wordt binnen de Alliantie Verduurzaming Voedsel gekeken hoe voedselverspilling kan worden voorkomen en reststromen zo hoog mogelijk kunnen worden verwaard. Restromen worden verwerkt tot bijvoorbeeld biogas of groene stroom. Biomassa, afkomstig uit groente of fruit als reststroom is uitstekend geschikt voor de productie van energie of compost. Binnen de Alliantie Verduurzaming Voedsel zijn projecten geweest waarbij wordt gekeken hoe reststromen optimaal verwaard kunnen worden. Zo wordt gekeken of besteleenheden invloed hebben op verspilling. Of worden nieuwe toepassingen gezocht voor oud brood. Dirven: “In deze circulaire economie wordt de reststroom oud brood zo weer grondstof voor ontbijtkoek.”