Nederland staat in de top van landen met de minste (dodelijke) verkeersongevallen en kent al jaren minder verkeersdoden dan buurlanden België of Duitsland. Toch heeft het afgelopen jaar een lichte stijging van ongevallen op de weg aangetoond. Is wetgeving omvattend genoeg en wordt die voldoende gehandhaafd? En is wetgeving voldoende? Afleidingen in het verkeer zijn toegenomen (de smartphone voorop) en veiligheid op de weg blijft een kwestie van menselijk gedrag.
Beïnvloedingsfactoren
Allereerst is de infrastructuur – conditie van de weg, asfalt, bewegwijzering – van invloed op verkeersongevallen. Die is in Nederland goed, maar het weggennetwerk raakt aan de capaciteitsgrens. Daarna speelt wet- en regelgeving een rol: welke consequenties heeft het niet opvolgen van verkeersregels? Cultuur – binnen een land maar ook binnen een bedrijf – en tot slot het individuele gedrag van chauffeurs zijn van grote invloed op de verkeersveiligheid.
Ladingzekering
Een element van verkeersveiligheid bij professioneel verkeer is het correct zekeren van lading. Dit is wettelijk verplicht en van groot belang voor de veiligheid van chauffeurs zelf en andere weggebruikers. Lading in vrachtauto’s is tijdens het rijden onderhevig aan allerlei krachten, legt Thomas Reitsma, beleidsadviseur bij evofenedex, uit.
Niet goed gezekerde lading kan schuiven of kantelen met alle gevaar van dien. De chauffeur en vervoerder zijn samen verantwoordelijkheid voor het correct vastzetten van de lading. Handhaven van een correcte ladingzekering gebeurt volgens EVO voldoende. De sector doet veel op het gebied van voorlichting en chauffeurs dienen verplicht nascholing te volgen, waarvan ladingzekeren een belangrijk onderdeel is.
Menselijk gedrag
In Nederland wordt bij verkeersveiligheid veel nadruk gelegd op infrastructuur en wet- en regelgeving. Er mag meer aandacht komen voor de individuele weggebruiker en zijn gedrag, vindt Jelle de Vries, universitair docent logistiek aan de Vrije Universiteit.
Zeker voor professionele chauffeurs, die veel kilometers maken, het visitekaartje van een bedrijf zijn en grote invloed op de weg hebben. En er speelt nog iets anders. Veilige omstandigheden kunnen negatieve invloed hebben op chauffeurs, zegt Reitsma. “Wie zich veiliger voelt, gaat zich onveiliger gedragen. Zo compenseert de mens – onbewust – de genomen veiligheidsmaatregelen.” Dit is belangrijk aangezien de oorzaak van het merendeel van de ongevallen in de mens is gelegen.
Veiligheidscultuur
Naast wet- en regelgeving en goede handhaving kan met technische hulpmiddelen zoals anti-ongevalsystemen, camera’s en automatische cruise control veiligheidswinst worden geboekt, legt Reitsma uit. Overheden moeten zich wel bewust zijn van de beperkte invloed die wetgeving heeft op de totale veiligheid, stelt De Vries. Cameratoezicht in vrachtauto’s is volgens hem onwenselijk in het kader van privacy – een aspect van hun beroep dat chauffeurs doorgaans waarderen.
Daarom moet door overheden en bedrijven gestuurd worden op bewustwording rondom veiligheid en gedrag op de weg. De Vries: “Bedrijven moeten duidelijk beleid hebben over veiligheid en benadrukken dat dit hoog in het vaandel staat.”
Veilig gedrag stimuleren kan door beloningen te geven voor veilig rijden en de chauffeur niet alleen te belonen voor productiviteit of snelheid. Ook Reitsma vindt een gezonde veiligheidscultuur binnen organisaties essentieel. Tijdsdruk mag nooit bepalend zijn en ongelukken moeten worden geëvalueerd om ervan te leren. Ook de overtuiging dat wetten zin hebben, komt vanuit de bedrijfscultuur.
Blind de boetes van werknemers betalen, kan een verkeerd signaal afgeven en een gevoel van onaantastbaarheid versterken. Volgens Reitsma moet van hogerhand het goede voorbeeld gegeven worden en dienen medewerkers mee te denken over risico’s en oplossingen. “De chauffeur moet intrinsiek gemotiveerd zijn om zich veilig op de weg te gedragen.”