Ton Hanselaar heeft inmiddels een rijke carrière in de zorg op zijn naam staan. Hij was onder meer algemeen directeur van KWF Kankerbestrijding. Vanuit zijn lang-bestaande passie voor patiëntgerichte zorg is Ton Hanselaar de laatste jaren intensief betrokken bij de ontwikkeling van Value Based Health Care (VBHC) in Nederland. Zo adviseert hij het Value Based Health Care Center Europe en ondersteunt masterclasses op dit gebied. Onlangs publiceerde hij over de inzet van nieuwe technieken in de zorg en de betekenis daarvan voor de zorg en VBHC in het bijzonder. Tijd voor een interview.

Artificial intelligenceen augmented reality

Over Value Based Health Care: wat is momenteel uw betrokkenheid bij de uitrol van deze visie?
“Die is vrij groot. Dat doe ik via een advisory council van het Value Based Health Care Center Europe, een platform dat wereldwijd steeds meer navolging krijgt. Dit is een adviesraad waarin ik meedenk hoe we het concept van Value Based Health Care verder kunnen laten landen in Nederland en daarbuiten. Ik ben daarnaast betrokken bij verschillende masterclasses die over dit onderwerp worden gegeven. Mijn rol is er dan een van oud-medisch specialist, -bestuurder en toezichthouder. En om mensen te prikkelen met elkaar in discussie te gaan en elkaar zo verder te helpen in het begrijpen en hopelijk toepassen van het concept.”

Wat is de rol van nieuwe technieken als artificial intelligence en augmented reality in de zorg?
“In november 2018 was ik op een symposium in San Diego, ‘Exponential Medicine’. Dit zijn nieuwe initiatieven op het gebied van de geneeskunde die vaak niet ouder zijn dan twee tot vijf jaar. Deze initiatieven groeien exponentieel in de zin van activiteiten en producten die ze genereren, of het potentieel hebben om dat te doen. Artificial intelligence werd daar, wat mij betreft, mooi neergezet tegen de achtergrond van de problematiek van Nigeria. Een willekeurig land. In feite werd gezegd: als Nigeria de Westerse gezondheidszorg zou willen overnemen, dan zouden ze honderden jaren bezig zijn om mensen op te leiden en heel veel geld moeten uitgeven. Een investering die niet reëel is. Zo ontstond de gedachte dat wellicht Artificial Intelligence een goed hulpmiddel zou kunnen zijn om landen als Nigeria te helpen. En als dat zo is, is het dan ook niet heel relevant in de Westerse wereld, zoals in Nederland? Op basis van wat ik zie en over dit onderwerp lees, denk ik dat dat zeker het geval is. In maart was ik op de Zorg & ICTbeurs in Utrecht, waar ik een aantal vertegenwoordigers van Nederlandse IT-bedrijven sprak, die bezig zijn met Artificial Intelligence. Op basis van data van patiënten in patiëntendossiers kunnen zij allerlei data bij elkaar brengen die enorm kunnen helpen om de ziekte van de patiënt beter te begrijpen. Maar ook om de dokter en de zorgverlener beter te begrijpen. Dat verrast mij niet, wel de heftigheid en snelheid waarmee deze ontwikkelingen momenteel gaan.”

Kunt u een voorbeeld geven?
“Enige tijd geleden had een kennis van me iets aan zijn oog. In het weekend nam hij contact op met de huisartsenpost, waar hij een assistent aan de lijn kreeg. Deze assistent stelde vragen op een heel gestructureerde manier. Het was duidelijk dat er een complete sheet werd gebruikt. Na iedere vraag kwam een volgende verdiepingsvraag; uiteindelijk resulteerde dat in een goed beeld van wat er met het oog aan de hand was en wat er zou moeten gebeuren. Dit voorbeeld is een simpele vorm van het hele concept. Door op een gestructureerde manier te kijken naar klachten en specifieke persoonsgegevens, kun je aan de hand van de assistent de patiënt leiden naar een oplossing. Maar in feite heb je zelfs die assistent niet nodig, dat kan net zo goed door een computer gedaan worden. Er is heel veel meer mogelijk dan dit. Iemand van de IT-bedrijven die ik sprak, vertelde me dat nu zoveel data beschikbaar zijn, dat we ons ook een beeld kunnen vormen van de tevredenheid van de zorgverlener met zichzelf. Dat betekent dat je in staat bent om de kwaliteit van de zorg enorm te verbeteren.”

In welke mate worden deze zaken ook al daadwerkelijk toegepast in de gezondheidszorg in Nederland?
“Op het hele biologisch-medische vlak is op dit moment heel veel gaande. Het feit dat nu in China kinderen geboren zijn, die HIV-resistent zijn op basis van DNA-manipulatie, zegt hoever we zijn gekomen met de nieuwe techniek. Dat is eerst nog traag, maar daarna razendsnel gegaan. Zo zijn er meer voorbeelden. Op het gebied van de IT zie ik dat de IT in de zorg een enorme ontwikkeling doormaakt. Bijvoorbeeld voor het volgen van ziekteprocessen en terugkoppelen naar de patiënt, of het ontwikkelen van apps. Of patiënten die hun eigen patiëntdata-omgeving creëren. Of een systeem waarbij men een platform heeft gecreëerd om klinische onderzoekstrials op het niveau van de patiënt zichtbaar te maken, waardoor de patiënt feitelijk voor zichzelf kan gaan zoeken welke klinische trial voor hem of haar van belang zou kunnen zijn. Of denk aan het 3D-printen van medicatie, dat is iets waar ik zelf ook nooit bij stil had gestaan. Dat kan gewoon op locatie en in de goede verhouding. Verschillende technologieën en de zorgbehoefte komen op dat soort punten heel dicht bij elkaar.”

Innovaties

Nu zien we dat in Nederland de zorg op een bepaalde manier is ingericht, compleet met schotten voor de bekostiging. Kan dat goed aansluiten op de huidige ontwikkelingen?
“Ik weet niet of het uiteindelijk heel moeilijk is. Het vraagt om focus: wat wil je precies bereiken? En dan kom ik op het terrein van Value Based Health Care. Als je kijkt naar de huidige financiering, zie je dat deze vooral is gebaseerd op volume en verrichtingen. Op het moment dat je je gaat richten op uitkomsten die er voor de patiënt en zijn of haar omgeving toe doen, krijg je vanuit de financiering een enorme prikkel om goede dingen te honoreren. Als je een app-omgeving kunt creëren, die relevant is voor de uitkomst van zorgbeleving van de patiënt, kan zo’n app prima worden opgenomen in een financieringsstructuur. De richting waarin we als samenleving denken, dicteert uiteindelijk dit succes.”

Hoe sluiten deze ontwikkelingen verder aan bij Value Based Health Care?
“Je kijkt dan onder meer naar de rol van de patiënt zelf. De kern van Value Based Health Care is dat het gaat om het creëren van patiënt-waarde in het partnerschap tussen dokter en zijn of haar team, de patiënt en zijn of haar omgeving. Daar moet het gebeuren. Als de patiënt goed geïnformeerd is en de dokter met het team goede onderlinge afspraken heeft en goed in beeld heeft welke uitkomst ze nastreven, krijg je daar het gesprek zoals het zou moeten zijn. Het geïnformeerd zijn van de patiënt is daarbij essentieel. Als wij met onze apps ons richten op het informeren van de patiënt, brengen we het concept van Value Based Health Care steeds dichterbij.”

Is dit voor veel mensen nog hogere wiskunde?
“Ik heb daar een ander beeld bij. In een samenleving die zich ontwikkelt, zullen innovaties zich vaak primair ontwikkelen bij de mensen die hoger opgeleid zijn en die het geld hebben om daar in een vroeg stadium op in te springen. Na verloop van tijd stroomt dat door de hele samenleving heen. Dat hoeven niet per se positieve innovaties te zijn trouwens: het beeld van succesvolle mannen was vroeger ‘dik en sigaren rokend’. Dat beeld heeft zich door de samenleving gesijpeld en is nu vooral blijven hangen in het minder hoog opgeleide deel van de bevolking. Ik heb er vertrouwen in dat het huidige beeld van hoog opgeleide mensen – met besef van goede voeding en levensstijl – uiteindelijk ook weer door de samenleving zal stromen. Zo werkt het ook met nieuwe technieken en visies op gezondheidszorg. Misschien nu nog iets voor hoog opgeleide mensen met geld, maar het is belangrijk dat het opgepikt wordt en uiteindelijk toegankelijk is voor iedereen.”

Terug naar Nigeria: zou dit ook in een wereldwijd beeld passen, dat de toepassing van nieuwe technieken en visies allereerst iets is voor de meer ontwikkelde landen?
“Dat zou goed kunnen. Het lijkt alsof dit onderwerp voor Westerse landen een ander issue is dan voor landen als Nigeria, maar in wezen zien we overal een bevolkingsgroei, ouder wordende bevolking, een tekort aan personeel in de zorg, steeds beter geïnformeerde patiënten en dat de patiënt als zorgconsument steeds mondiger wordt. Dat houdt niet op bij Europa of de Verenigde Staten. Als je als Nigeria nu al op dit niveau kunt instappen, heb je met veel ingesleten mores zoals wij die hebben, niet te maken. Het zou mij niet verbazen als Value Based Health Care juist daar snel zou kunnen landen.”

Kwaliteit borgen

In hoeverre zijn technische ontwikkelingen als augmented reality nodig om de kwaliteit van de zorg zoals we die kennen in stand te houden?
“De kwaliteit van de zorg moet echt verbeteren. In mijn omgeving als praktiserend arts en bestuurder heb ik genoeg voorbeelden gezien van zorg die helemaal niet zo goed is. Heel veel dubbel werk, patiënten die steeds opnieuw hun verhaal moet vertellen, superspecialisten en subspecialisten die niet met elkaar communiceren. Het zijn allemaal uitingen van het feit dat zaken niet zo goed geregeld zijn. Als je kijkt hoeveel mortaliteit en morbiditeit er is door het niet goed verlenen van zorg … Dat komt voor een flink deel doordat we het verkeerde honoreren. We honoreren ‘ik wil een nieuwe knie’ in plaats van ‘ik wil weer kunnen vissen’. Die omslag zal volgens mij een enorme verbetering van de kwaliteit van zorg geven. Existentieel is de lol die zorgverleners hebben als ze in een Value Based Health Care-team gaan werken. De focus wordt: ‘hoe kunnen we onze best doen voor de patiënt?’ Dat is vele malen leuker dan ‘hoe kan ik mijn proces-kwaliteit-lijstjes afvinken?’ We zijn allemaal in de zorg gaan werken omdat we het goed willen doen voor de patiënt. En vervolgens raken we afgeleid door allerlei zaken, zoals financiering. In wezen is onze drijfveer niet veranderd en als we dat gezamenlijk focussen en de passie delen, dan ontstaan er mooie dingen. Gewoon met regelmatige terug-rapportage en samen kijken hoe de zorg voor en met de patiënt nog verder verbeterd kan worden. En om de cirkel rond te maken: als je vervolgens kunt kijken welke innovatie je kunt toepassen die er voor de patiënt toe doet en zo de zorg kunt verbeteren, werkt dat enorm motiverend. Zeker als je het ook nog honoreert.”