In 2018 hadden ruim 236 duizend scholieren (15 tot 20 jaar) in het voortgezet onderwijs betaald werk. Daarmee had bijna 50 procent van deze scholieren een bijbaan. In 2013 was dat nog 42 procent. Dat meldt het CBS in de Jeugdmonitor.
Havisten hebben het vaakst een bijbaan (54 procent). Daarna volgen vwo’ers (49 procent) en vmbo’ers (47 procent). De gemiddelde vmbo-leerling is wel jonger dan de gemiddelde havist of vwo-leerling. Meisjes hebben vaker werk dan jongens, al is dit verschil niet zo groot.
De doorsnee werkende scholier verdient in een jaar ongeveer 1 600 euro. Jongens verdienen iets meer dan meisjes. Havisten verdienden doorgaans het meest, ongeveer 1 800 euro. Daarna volgen de vwo’ers en vmbo’ers.
Vakkenvuller populairste bijbaan
Scholieren werken vooral in winkels en de horeca. Zowel jongens (38 procent) als meisjes (22 procent) hebben het vaakst een bijbaan als vakkenvuller. Bij meisjes zijn kassamedewerker en verkoper daarna het populairst en bij jongens krantenbezorger en keukenhulp.
Bijverdienende scholieren werken vaak op zaterdag
De meeste werkende scholieren (83 procent) hebben een baan van minder dan 12 uur per week. Zes op de tien geven aan dat ze wel eens in de avonduren werken, oftewel tussen 7 uur ‘s avonds en 12 uur ’s nachts. Jongeren mogen vanaf hun zestiende ’s avonds werken en dan uiterlijk tot 11 uur. Bijna acht op de tien scholieren met een baan werken op zaterdag, ruim vijf op de tien werken op zondag.
Bron: CBS