Een nieuw onderzoek, dat gepubliceerd is in de Journal of Economics & Management Strategy, neemt de rol van social media bij arbeidsmarktdiscriminatie onder de loep. Centraal staat de vraag of de inhoud van een socialmediaprofiel de doorslaggevende factor kan zijn in het sollicitatieproces.
Arbeidsmarktdiscriminatie in Frankrijk
Voor de studie hebben de onderzoekers een experiment opgezet waarbij er meer dan 800 sollicitaties werden ingediend door twee fictieve personen. De ene sollicitant kwam uit een typisch Frans dorpje (Brives-la-Gaillarde) en de ander uit het Marokkaanse Marrakech. Deze informatie was alleen beschikbaar op hun Facebookprofielen, en werd dus niet in de motivatiebrieven of cv’s vermeldt. De vacatures waarop gereageerd werd waren willekeurig geselecteerd uit het aanbod van een Franse overheidsdienst voor werkgelegenheid.
Uit het onderzoek kwam naar voren dat er een grote discrepantie was tussen de resultaten van de Franse en de Marokkaanse sollicitant. De Franse sollicitant kreeg namelijk ongeveer 41,7 procent meer reacties op sollicitaties. Dit verschil benadrukt dat de Facebookprofielen werden geraadpleegd bij het maken van een keuze, en dat de afkomst van de sollicitanten ook meegewogen werd.
Invloed van ontwerpkeuzes
Tijdens het experiment veranderde de lay-out van Facebook, en werden er tabbladen geïntroduceerd in de profielen. Dit zorgde ervoor dat bepaalde informatie minder zichtbaard werd, zoals de talen die de sollicitanten beheersten. Na de verandering van de lay-out begonnen de sollicitanten dan ook geleidelijk aan een vergelijkbaar aantal reacties te krijgen. Dit suggereert dat social media screening vaak niet verder gaat dan de hoofdpagina. Daarnaast geeft het aan dat ontwerpkeuzes belangrijke consequenties kunnen hebben voor werkzoekenden:
“Het onderzoek illustreert dus dat ontwerpkeuzes bij online platformen verregaande gevolgen kunnen hebben voor mensen die zichzelf aanbieden op de arbeidsmarkt. Zo kunnen ze bijvoorbeeld niet worden aangenomen op basis van hun socialmediaprofiel”, aldus onderzoeker dr, Matthie Manant van de University of Paris-Sud.