De digitale transformatie is een door technologie gedreven paradigmaverschuiving die een disproportionele verandering in businessmodellen en marktleiders veroorzaakt. “Technologie kan alles, het gaat om mindset en cultuur”, dat zegt marketingexpert en spreker Igor Beuker. Wie denkt dat internet de meest disruptieve technologie in onze historie is, zal zich volgens Beuker de komende jaren regelmatig achter de oren krabben. Internet was slechts de warming-up.

Misvattingen over de digitale transformatie

Bedrijven, instanties en overheden kunnen helaas de impact van de digitale transformatie nog amper op juiste waarde inschatten, vindt Beuker. De grootste misvattingen op een rij? Digitale transformatie draait niet om internet, de website, sociale kanalen of mobile first. Het is ook geen wedstrijd achter technologieën aanhollen. Een organisatie is niet agile omdat er één afdeling ’s ochtends in een kringetje staat. Innovatie vereist namelijk een cultuurwijziging die zich niet tot een afdeling beperkt. “Tijdens congressen roepen directeuren geregeld dat hun personeel het aantal vakantiedagen zelf bepaalt. Die hebben daarmee slechts tien procent van de theorie van Ricardo Semler geïmplementeerd.” Dit soort kleine innovaties maakt bedrijven natuurlijk niet gelijk de nieuwe grote spelers op de markt.

Digitale transformatie gaat vooral over sociale en businesstrends, technologieën en disruptieve innovaties die bestaande businessmodellen volledig omvergooien: over customer centricity. Dit houdt in of bedrijven in staat zijn om de moderne digitale consument – voorheen koning, nu dictator – op maat te bedienen. De concurrentie komt tegenwoordig uit de dode hoek. Van nieuwe spelers of buitenstaanders, bedrijven die exponentieel willen groeien en een andere mindset hebben. Zo was het nooit maar had het lang moeten zijn, stelt Beuker. “Neem Uber. We voeren al tien jaar de irrelevante discussie of het nou een tech- of taxibedrijf is? Feit blijft, met een simpele app en ‘sharing platform’ zet Uber een multimiljarden ecosysteem op z’n kop.” Het probleem? Elk bedrijf wil innoveren, maar bijna niemand wil daadwerkelijk veranderen. Ze houden krampachtig vast aan nostalgie. “Zo doen we het hier al twintig jaar”, de meest dodelijke uitspraak voor innovatie, zegt Beuker hoofdschuddend.

“Experts noemen het niet voor niets het tijdperk van digitaal Darwinisme. Het fenomeen waarbij trends, technologie, consument en maatschappij zich sneller ontwikkelen dan bedrijven kunnen bijhouden.”

Digitaal Darwinisme

We zitten middenin de vierde industriële revolutie. Een cruciaal moment én keerpunt voor onze wereld. Deze raast over ons heen van 2000 tot 2050 en zet om de tien jaar hele clusters industrieën volledig op z’n kop. Beuker noemt dit het ‘Industrie 4.0 Tipping Point’ waarbij disruptie overgaat in destructie. De vergelijking met klimaatverandering is een goede metafoor, zegt Beuker. “We praten er al twintig jaar over, komen niet in actie maar zijn wel verbaasd als we ‘plotseling’ de impact voelen. Dat heeft met trends, technologie maar ook met wetgeving te maken.” Door middel van wet- en regelgeving kunnen innovaties namelijk versneld worden. Bijvoorbeeld door te stellen dat er in 2025 geen vervuilende auto’s meer verkocht mogen worden, waardoor er in 2035 alleen nog maar elektrische auto’s op de weg te zijn. Diezelfde wetgever zou daarentegen innovaties als zelfrijdende auto’s tegen kunnen houden, uit angst voor het onbekende. Zo dachten veel Nederlanders twintig jaar geleden geen mobiele telefoon nodig te hebben, terwijl nu iedereen ermee loopt. Beuker: “Experts noemen het niet voor niets het tijdperk van digitaal Darwinisme. Het fenomeen waarbij trends, technologie, consument en maatschappij zich sneller ontwikkelen dan bedrijven kunnen bijhouden.” Het is een lot dat ook overheden, instituten en alle andere corporate organisaties treft. Dit keer dus geen evolutietheorie maar een revolutietheorie: nu aanpassen of uitsterven.

Blockchain

Een van de grootste innovaties in de afgelopen tijd is de blockchain-technologie, en ook daar is nog veel onduidelijkheid over. “Er is geen eenduidige definitie van de blockchain. De technologie is nog erg in ontwikkeling en de manier waarop het uitgelegd kan worden verschilt per use case”, zegt Marloes Pomp. Ze is verantwoordelijk voor de internationale strategie van de Dutch Blockchain Coalitie (DBC), een samenwerkingsverband tussen overheden, kennisinstellingen en het bedrijfsleven. “Een metafoor die weleens gehanteerd wordt is het economische systeem uit Micronesië, waarbij grote ronde uitgeholde stenen als valuta gebruikt werden.” Doordat deze stenen te zwaar waren voor het individu, waren er meerdere mensen of zelfs stammen nodig om het geld te ‘verplaatsen’. Deze benodigde mankracht kan vergeleken worden met het gedecentraliseerde karakter van de blockchain en de computerkracht die nodig is om het transactieoverzicht van cryptocurrency bij te houden. Het feit dat deze stenen in de open lucht voor iedereen zichtbaar waren, representeert de transparantie die de technologie kan bieden. De blockchain is in algemene zin dus een nieuwe decentrale en transparante manier om ketensamenwerking te faciliteren. Dit zorgt er volgens Pomp voor dat de technologie bij uitstek geschikt is voor de logistiek sector. “De logistiek gaat als eerste goede business cases omtrent de blockchain ontwikkelen omdat ze er ook als eerste aan gaan verdienen. In de ketensamenwerking kunnen ze met een aantal kleine aanpassingen de kosten flink omlaag brengen.” Zo kan de blockchain voor efficiëntere, transparantere, betrouwbare en eerlijke ketens zorgen door onder andere eenheid van data, sneller transport, minder administratieve lasten en goedkopere aanpalende services.

De Triple Helix

Iets wat zowel door Beuker als Pomp benadrukt wordt, is het belang van de Triple Helix. Dit houdt het samenbrengen van de overheid, onderwijs en ondernemingen in. Dit vormt volgens Pomp dan ook het bestaansrecht voor initiatieven als de DBC. “Door meerdere disciplines bij elkaar te brengen krijgen we verschillende perspectieven op nieuwe technologie, en met de blockchain hebben we dat echt nodig.” In een digitaliserende wereld gaan smart technologies namelijk over de grenzen van organisaties en landen heen. Pomp: “Voor de blockchain hebben we bijvoorbeeld universiteiten nodig om technische, juridische en ethische vraagstukken te onderzoeken, overheden om het proces qua beleid en regulatie in goede banen te leiden en bedrijven die de technologie en implementaties naar een hoger plan kunnen tillen.” Het bereiken van een Europese consensus omtrent nieuwe technologieën als de blockchain, zou dus een eerste stap in de goede richting kunnen zijn om innovaties volledig tot hun recht te laten komen.