In mei berichtte de regering over haar inspanning om de regeldruk voor bedrijven te verminderen. Het rapport met de complimenteuze titel ‘Goed geregeld’ maakte melding van een geslaagde missie. Afgelopen regeringsperiode hebben werkgevers 2,3 miljard euro minder hoeven uitgeven aan regelgeving gerelateerde kosten. Hans Biesheuvel, voorzitter van Ondernemend Nederland (ONL), heeft zijn twijfels over het kabinetssucces en vraagt zich af welke bedrijven er precies van hebben geprofiteerd. “We moeten naar maatwerk in regelgeving.”

Regeldruk

Al meer dan twee decennia werken opeenvolgende regeringen aan het verminderen van organisatorische en financiële verplichtingen die voortvloeien uit oude en nieuwe regelgeving. Minder regeldruk levert werkgevers winst op in geld en in vrijgekomen uren en daarmee in investeringsruimte. Biesheuvel is blij dat ook het kabinet Rutte-Asscher het onderwerp serieus heeft genomen. Hij twijfelt echter of de regeldruk de afgelopen kabinetsperiode daadwerkelijk is afgenomen. “Zo is er in de rapportage niet gekeken naar regeldruk die er is bijgekomen vanuit provincies, gemeenten en andere toezichthouders, noch die vanuit de rijksoverheid zelf.”

Biesheuvel refereert daarbij aan regeldrukexplosie die ontstond naar aanleiding van de wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA). Een vooraf door de wet vereiste overeenkomst tussen zzp’ers en opdrachtgevers moest hen achteraf zekerheid bieden dat hun werkrelatie niet als een vast dienstverband zou worden beschouwd. Maar in plaats daarvan werden beiden in grote onzekerheid gestort. Veel zzp’ers verloren van de een op de andere dag hun werk. Ondernemers aarzelden zzp’ers opdrachten te verstrekken. “Intussen liep de Belastingdienst vast op de beoordeling van allerlei varianten overeenkomsten. Staatssecretaris Wiebes zag zich genoodzaakt de handhaving op de wet op te schorten.”

Impactassessment

Om dit soort uitvoeringschaos voor te zijn, pleit Biesheuvel voor een toetsing van de wet voorafgaand aan de invoering. Die moet de impact van een nieuwe wet of wetswijziging onderzoeken op zowel de naleefbaarheid voor overheidsinstanties als op nadelige effecten voor ondernemers. Een zogenaamde impactassessment, waarin testpanels van ondernemers een belangrijke rol spelen, zou wat hem betreft ook plaats moeten vinden bij nieuwe Europese wetgeving. “Maak daarbij het ministerie waaronder de nieuwe wetgeving valt verantwoordelijk. In het Verenigd Koninkrijk heeft zo’n aanpak zich inmiddels ruimschoots bewezen.”

Permanente verandering

Wetgeving moet voortdurend worden aangepast. De snelheid waarmee mondialisering, digitalisering, robotisering de economie en maatschappij als geheel veranderen, vraagt in de 21e eeuw aanhoudend om bijstelling van bestaande wetten. Biesheuvel heeft het afgelopen decennium ook de arbeidsmarkt structureel zien wijzigen. Voor de economische crisis in 2008 was het gemiddeld aantal werknemers per Nederlands bedrijf twaalf, nu is dat gemiddelde vijf. “Grote bedrijven zijn gekrompen. Daar tegenover staat een explosie van startups. 99% van de Nederlandse bedrijven is momenteel mkb, 97% heeft minder dan 25 personen in dienst.”

Een andere manier om regeldruk voor te blijven, is volgens Biesheuvel wetten maken die durven differentiëren. Het mkb-klimaat maakt de Nederlandse economie heel wendbaar en succesvol. Maar als kleine werkgevers veel tijd en geld kwijt zijn met de uitvoering van wetten komt dat succes onder druk te staan. “Er moet een betere balans komen door bij kleine bedrijven andere spelregels te hanteren. Het overgrote deel van het mkb heeft geen juristen in dienst, een afdeling HR of staffunctionaris voor personeelszaken.”

Nieuwe Arbowet

Per 1 juli is de nieuwe Arbowet van kracht gegaan. Aanleiding was de forse kritiek op het functioneren van de arbodienstverlening en op de beperkte aandacht voor preventie. Duurzame inzetbaarheid is het motto van de nieuwe wet. Voor werkgevers zijn de belangrijkste wijzigingen dat ze een verplicht contract moeten hebben met een arbodienst of bedrijfsarts. Ook dient er een preventiemedewerker te worden aangesteld die een centrale rol krijgt bij het voorkomen van verzuim. Als het om personeelskwesties gaat, blijkt verzuim nog steeds het item te zijn waar ondernemers de meeste vragen over hebben.

Verzuim

Aan verzuim gerelateerde onderwerpen staan in het domein Personeel dan ook al jaren bovenaan. Dat is niet verwonderlijk, zegt Frank van Rutten, die zorg draagt voor de content op MKBservicedesk.nl, een online platform dat ondernemend Nederland. Verzuim raakt veel facetten van de onderneming: de operatie, de klant, financiële risico’s, wettelijke consequenties. “Verzuim treft ook de tevredenheid van de rest van de organisatie. Niet zelden werkt de afwezigheid van de ene medewerker verzuim van de ander in de hand. Snel en adequaat reageren is van levensbelang.”

Het landelijk verzuimpercentage is sinds 2002 stabiel en schommelt tussen 4 en 4,5 procent. Bij ondernemingen vindt het meeste verzuim plaats in de zorg, industrie en bouw. Bij langdurig verzuim is steeds vaker sprake van mentale overbelasting. Bij het MKBservicedesk merkt Van Rutten dat veel ondernemers pas in beweging komen zodra er echt een probleem is, terwijl verzuim een enorme impact heeft. Zodra sprake is van langdurige ziekte lopen de kosten vaak op terwijl de processen eronder gaan leiden, legt Van Rutten uit. “De markt vandaag de dag accepteert niet nakomen van afspraken niet meer. Dan kan het zomaar gebeuren dat de langdurige ziekte van een of twee werknemers de doodsteek van je bedrijf dreigt te worden.”

Preventie

Vragen die ondernemers de servicedesk vaak stellen is wat ze van medewerkers mogen verwachten. Doet een zieke medewerker genoeg om te herstellen? Of verzuim te voorkomen? Vaak ontbreekt het bij zowel werkgever als werknemer aan kennis over wat ze van elkaar mogen verwachten. Preventie is cruciaal, daarover zijn zowel Biesheuvel en Van Rutten het eens. Ook dat grote ondernemingen daarin gemakkelijker op de nieuwe wet kunnen reageren dan de 98 procent kleine. Van Rutten: “Heb je zoals in een groot bedrijf een heel HR-team, met preventiecampagnes en een afdeling legal, dan wordt er voor je opgelet. Maar dat is niet de werkelijkheid van de meeste mkb-ondernemers. Een oplossing nu is in ieder geval dat meer kennis beter is dan geen kennis.”

Nieuw sociaal akkoord

Biesheuvel kan dat beamen, maar ziet met oog op steeds kleiner wordende bedrijven liever een structurele oplossing voor regelingen tussen werkgevers en werknemers, waaronder verzuimregels. De wet gaat niet enkel te veel uit van grote ondernemingen, ook van een arbeidsmarkt die allang niet meer bestaat: een leven lang werken voor een baas. “Er moet een nieuw sociaal akkoord komen waar we echt werk maken van levenslang leren, bijvoorbeeld door het verplicht stellen van een ontwikkelingsplan.” In juli legde de ondernemersorganisatie samen met vakbond AVV een blauwdruk daarvoor op tafel van de formatieonderhandelaars.