Schoonmakers met negentig seconden poetstijd per wc. Buschauffeurs die veel te weinig plaspauzes hebben. Maaltijdbezorgers die door een algoritme worden geappt als ze iets te traag fietsen: ‘Kun je het vinden?’ Hoe blijven mensen overeind in de veeleisende, dynamische werkomgeving van vandaag? Om die vraag draait de leerstoel van Aukje Nauta. Oratie op 7 december.
Eigenlijk houdt Aukje Nauta, de nieuwe bijzonder hoogleraar ‘Enhancing individuals in a dynamic work context’, niet van het begrip HRM als zodanig. Omdat mensen erin worden benoemd als ‘resource’, als productiemiddel dus. Er zijn werkgevers die werknemers precies zo bekijken.
Een derde heeft flexibel werk
De flexibilisering van de arbeid heeft flink om zich heen gegrepen. Al ruim een derde van de beroepsbevolking is zzp’er, uitzendkracht of heeft tijdelijk werk, vertelt Nauta in haar oratie. En er is een nieuwe sector ontstaan waarin werk- of opdrachtgevers de te vergeven taken wel zéér eng begrenzen: ze verschaffen mini-taakjes zoals maaltijden rondbrengen en dat is het dan. Verder onderhouden ze nauwelijks enige relatie met de mensen die het werk doen. Sterker nog, aldus Nauta: ‘De opdrachten die werkenden krijgen, komen vaak niet eens van een ander mens maar van een algoritme.’ Misschien aardig als bijbaantje maar niet als baan waarmee je de kost moet verdienen. Nauta doelt hier met name op platformdiensten als Deliveroo en taxidienst Uber.
Liefdevol werkgeverschap
Bij ‘echte’ bedrijven varieert de taakopvatting van de werkgevers van puur functioneel tot allerlei vormen van (werkgerelateerde) investeringen in werknemers. Nauta spreekt hier onvervalst van ‘liefde’. ‘Waar het altijd om zou moeten gaan is duurzame inzetbaarheid van werkenden: dat mensen hun vermogen om te werken op peil houden zodat ze altijd nieuw werk kunnen verwerven als dat nodig is of als ze dat zelf willen’, aldus de nieuwe hoogleraar. In een sector waar mensen vroeg versleten kunnen raken, zou de werkgever ervoor moeten zorgen dat werkenden ergens anders aan de slag kunnen als het niet meer gaat. En Nauta vindt dat die wederzijdse verantwoordelijkheid om actief te werken aan duurzame inzetbaarheid zich ook uitstrekt tot zzp’ers en uitzendkrachten.
Een ander punt dat Nauta aankaart is de betaling in allerlei sectoren. Soms is die te laag om in het eigen onderhoud te kunnen voorzien. Of de werknemer kan te weinig uren draaien. ‘Er zijn zelfs meer armen mét werk dan zonder,’ citeert zij recent onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau.
Kosten drukken
Goed werkgeverschap is volgens Nauta een keuze. Werkgevers die het slecht doen, verdedigen zich meestal met het argument dat ze hun kosten laag moeten houden. Goede werkgevers zoeken naar alternatieve financieringsbronnen – en die zijn vaak ook te vinden – en drukken de kosten net zo goed: één werkgever bracht door goed werkgeverschap het ziekteverzuim terug van 3,2 naar 0,8 procent. Nauta denkt dat het voor kleinere werkgevers – tot tweehonderd mensen – makkelijker is om een persoonlijke aanpak van werknemers te realiseren. Maar een groot bedrijf als DSM doet ook alles aan goed werkgeverschap. Dit betekent overigens niet dat er nooit iemand kan worden ontslagen, maar ook op dat punt variëren de opties: van iemand plompverloren op straat zetten tot begeleiden naar ander werk.
Nauta gelooft er heilig in – en onderbouwt die overtuiging met onderzoeksgegevens – dat bij bedrijven waar het werk met liefde wordt gegeven én gedaan, mens en organisatie floreren.
Bron: Universiteit Leiden