Nederland telt meer huisdieren dan fietsen. Tegenover 23 miljoen stalen rossen stonden in 2017 ruim 26 miljoen katten, honden, vissen, konijnen en knaagdieren, zo blijkt uit het meest recente onderzoek van brancheverenigingen NVG en Dibevo. De dieren houden hun baasjes gezelschap, stimuleren beweging, zorgen voor eindeloos vermaak en verminderen zelfs stress. Van hun baasjes krijgen ze in ruil daarvoor een schone mand, kom of kooi inclusief maaltijden. Of dat altijd de juiste maaltijden zijn, is soms echter nog maar de vraag.
Mede dankzij het internet kan een generatie mondige huisdiereigenaren zelfstandig op zoek naar het allerbeste voor hun dier, in plaats van te moeten vertrouwen op het advies van een enkele dierenarts. Het potentiële gevolg? Goede bedoelingen die soms resulteren in slechte voedingskeuzes voor trouwe viervoeters en cyperse schoonheden. “Ik denk dat alle huisdiereigenaren het beste met hun dier voor hebben en de juiste voeding willen geven”, stelt Benita Beekhof, verenigingsmanager van de branchevereniging Nederlandse Voedingsindustrie Gezelschapsdieren (NVG). Het huisdier is in Europa echt onderdeel van het gezin en dat vertaalt zich ook in de wens om hen het beste voor te schotelen in de vorm van gezonde, veilige en smakelijke voeding.
Humaniseren
Dat wil zeggen dat het voer alle voedingsstoffen bevat die het dier nodig heeft, verpakt op zo’n manier dat het aantrekkelijk is om te eten. Wat men daarbij nog weleens vergeet, is dat dieren geen mensen zijn. “Voor ons bestaat goed eten uit een dieet waarmee we voldoende vitamines, vetten, koolhydraten en andere belangrijke stoffen binnenkrijgen. De meest logische en smakelijke manier om dat te doen, is door ervoor te kiezen gevarieerd te eten”, aldus Beekhof. Ook huisdieren moeten de juiste stoffen tot zich nemen, maar dat betekent niet dat het een goed idee is om ze mee te laten genieten van het reguliere avondeten. Daarmee krijgen ze vaak verkeerde voedingsstoffen in onjuiste verhoudingen binnen; iets wat ook geldt voor het trakteren op snacks die eigenlijk voor mensen bedoeld zijn.
Ronald Corbee, specialist Klinische voeding van gezelschapsdieren aan de Universiteit Utrecht, begrijpt wel wat mensen ertoe beweegt om huisdieren mee te laten eten van hun eigen bord. “Zulke beslissingen worden vooral gemaakt op basis van emotie”, legt hij uit. Uit liefde humaniseren baasjes hun dier en willen vervolgens dat hij of zij hetzelfde krijgt als het baasje. Met alle gevolgen van dien. Corbee ziet huisdieren steeds dikker worden, omdat baasjes hen blij willen maken met meer snoepjes of voer dan eigenlijk nodig is. “Wanneer je tegen zo’n eigenaar zegt dat een dier te zwaar is, voelen ze zich vaak enorm beledigd. Dat is zo omdat het voeren een groot onderdeel uitmaakt van de mens-dier-relatie.”
Gojibessen
Naast overgewicht kleeft er nog een ander nadeel aan de neiging om huisdieren als menselijk lid van het gezin te behandelen. “We projecteren onze eigen ervaringen of voorkeuren op ons huisdier met de gedachte dat wat voor ons geldt, voor hen ook wel zo zal zijn”, stelt de voedingsspecialist. Met die redenering stappen eigenaren af van commercieel, compleet voer en zetten ze hun volledig gezonde hond onnodig op een graanvrij dieet. Of voeren hem gojibessen waar zijn blaas niet tegen kan. En voor katten, die in de basis echte carnivoren zijn, wordt met liefde vegetarische voeding klaargemaakt. Ondanks de goede bedoelingen eindigen daardoor steeds meer huisdieren bij de dierenarts met tekorten of overschotten aan bepaalde voedingsstoffen.
Wat is dan wel de juiste voeding? Dat is een ingewikkelde vraag waar al decennialang onderzoek naar wordt gedaan. “We hebben al heel veel kennis, maar de opkomst van nieuwe trends zoals het voeren van rauw vlees maakt dat er altijd wel iets nieuws valt te leren”, aldus Beekhof. Wel is er voldoende bekend om huisdiereigenaren te kunnen adviseren over de optimale voedingsstoffen waarmee hun dier een gezond en lang leven kan leiden. Baasjes die willen dat hun dier in een keer alle benodigde voedingsstoffen binnenkrijgt in de juiste hoeveelheid, kunnen kiezen voor zogeheten ‘complete’ of ‘volledige’ voeding die in de winkel te koop is. Wanneer deze term niet op de verpakking staat, betekent dat dat de voeding nog aangevuld moet worden met andere producten.
Veel werk
Ook dat is een prima optie, maar gaat wel gepaard met meer moeite voor de eigenaar. Beekhof: “Het is ontzettend veel werk om zelf complete voeding klaar te maken. Sommige eigenaren vinden het leuk, maar het is moeilijk om goed te doen.” Bij huisdiervoeding uit de supermarkt of dierenwinkel kan men vertrouwen op de kennis van de fabrikant. Kiest men voor zelf samenstellen, dan moet die kennis ergens anders vandaan komen. Logischerwijs volgt hieruit dat het verstandig is om de hulp in te roepen van een veterinaire voedingsdeskundige bij het opstellen van een eigen voedingsplan. “Je kunt ook recepten vinden op het internet, maar daar vind je dan ook gelijk heel veel verschillende meningen, inclusief misvattingen”, waarschuwt Corbee. Een onderzoek uit 2013 van de University of California, Davis School of Veterinary Medicine naar recepten voor zelf te bereiden hondenvoeding bevestigt dat. Bij 95 procent van de tweehonderd recepten ontbrak minimaal een essentiële voedingsstof. Bij 84 procent waren het er zelfs meerdere.
De meest voor de hand liggende persoon om bij aan te kloppen voor deskundig voedingsadvies, is dan ook de dierenarts. Maar ook voedingsexperts die werkzaam zijn bij fabrikanten van diervoeding of onderzoekers aan een universiteit hebben de juiste kennis in huis, stelt Corbee. Dat deskundigen onjuiste of subjectieve adviezen zouden geven omdat ze in hun kliniek bijvoorbeeld een bepaald merk voer verkopen of studies uitvoeren voor fabrikanten, gelooft hij niet. “We proberen een zo onafhankelijk mogelijke positie in te nemen. Ik moet mezelf in de spiegel kunnen aankijken.” Beekhof voegt toe dat dierenartsen diergeneeskunde zijn gaan studeren omdat ze het beste met dieren voor hebben. Wanneer mensen het toch niet vertrouwen, raadt ze aan een second opinion te vragen.
De mens bepaalt
Experimenterende eigenaren zijn niet de enige uitdaging voor de huisdiervoedingssector. “De voedingsbehoefte van huisdieren is een dynamische tabel die jaarlijks verandert op basis van nieuwe inzichten”, vat Corbee samen. Zo valt er volgens hem nog winst te behalen met onderzoek naar het maximum aantal nutriënten dat dieren idealiter tot zich zouden moeten nemen. Ook over de interactie tussen bepaalde voedingsmiddelen is nog relatief weinig bekend. Daarnaast zijn er invloeden van buitenaf. In toenemende mate wordt van zowel consumenten als producenten verwacht dat ze nadenken over de impact van producten op het milieu. “Dat geldt voor huisdiervoeding net zo goed als voor humane voeding, en zal de komende jaren ongetwijfeld leiden tot innovatieve stappen”, stelt Beekhof.
Uiteindelijk zijn het de mensen die bepalen wat hun huisdier te eten krijgt. Compleet voer, losse ingrediënten, nat of droog, vegetarisch, rauw, in portieverpakkingen of grote zakken, goedkoop of duur – bijna alles is te koop. Voor mensen die door de bomen het bos niet meer zien, luidt het advies: raadpleeg een expert en let vooral op de gezondheid van het dier. Het belangrijkste is dat het dier zich er goed bij voelt, niet het baasje.