Mensen die aan funshoppen doen worden vaak als ‘materialistisch’ gekenschetst. Doorgaans wordt dat gezien als een ‘slechte’ eigenschap. De meeste mensen worden niet graag door anderen als materialistisch bestempeld. Promovenda Esther Jaspers laat in haar onderzoek zien dat materialisme als ‘slecht’ beoordelen te ongenuanceerd is. Ze toont aan dat dingen kopen en bezitten omdat je daar plezier aan beleeft, bijdraagt aan levensgeluk, en dat het bezitten van spullen als een maatstaaf voor status en succes bijdraagt aan zowel financieel vermogen als levensgeluk. Woensdag 5 december verdedigt ze haar proefschrift aan Tilburg University.
Onderzoek toont aan dat materialisten een positievere houding hebben ten opzichte van gelduitgeven en het aangaan van schulden, maar niettemin vaker onzeker, eenzaam en minder gelukkig zijn. Wanneer je echter inzoomt op verschillende typen materialisme, dan komt er een genuanceerder beeld naar boven.
Drie typen materialisme
De literatuur onderscheidt drie typen materialisme:
1. ‘Kopen voor streven naar geluk’ (als ik meer heb, dan word ik gelukkiger)
2. ‘Kopen voor plezier’ (ik vind het leuk om te winkelen en dingen te hebben)
3. ‘Bezittingen als maatstaaf voor succes’ (mijn bezittingen zeggen iets over mijn status en succes).
Jaspers onderzoekt verschillende relaties die deze typen hebben met financiën en met de mate waarin consumenten zichzelf gelukkig achten. Onderzocht wordt of sommige typen materialisme mogelijk positieve invloeden hebben. De promovenda maakt daarbij gebruik van longitudinale datasets om complexe vraagstukken te beantwoorden over de ontwikkeling van materialisme, en de relatie tussen materialisme en financieel en subjectief welzijn.
Funshoppen en geluk
Eerdere studies hebben aangetoond dat mensen die meer materialistisch zijn minder gelukkig zijn. Bij deze studies wordt echter vooral gekeken naar een algemeen materialisme, maar je moet eigenlijk meenemen dat er verschillende typen materialisme zijn. Slechts één type heeft een negatieve invloed op geluk, en dat is ironisch genoeg ‘kopen voor streven naar geluk’. Hoe meer men denkt dat het kopen en bezitten van meer dingen hen gelukkiger zal maken, hoe minder gelukkig ze in werkelijkheid zijn. De andere twee typen (‘kopen voor plezier’ en ‘bezittingen als maatstaaf voor succes’) hebben beide een positieve invloed op geluk.
Materialisme en financiën
Haar onderzoek nuanceert ook nog twee andere veronderstellingen. Haar onderzoek bevestigt dat jongeren meer materialistisch zijn en dat materialisme afneemt naarmate men ouder wordt, maar ze toont tevens aan dat materialisme weer stijgt in de late volwassenheid. Eveneens in lijn met wat men zou verwachten blijkt inderdaad dat mensen die materialistischer zijn minder spaargeld en meer schulden hebben. Echter deze relatie geldt niet voor het type ‘bezit als maatstaaf voor succes’ waarbij mensen gemiddeld genomen minder schulden en meer vermogen hebben.
Bron: Tilburg University