In 2017 is in Nederland 10 procent meer elektriciteit uit hernieuwbare bronnen opgewekt dan een jaar eerder. Zowel de productie uit wind als die uit zon nam toe. Dit blijkt uit de nieuwe voorlopige cijfers van het CBS over hernieuwbare elektriciteit.
Hernieuwbare bronnen
De elektriciteitsproductie uit hernieuwbare bronnen in 2017 was 17 miljard kilowattuur (kWh), in 2016 was dit nog 15 miljard kWh. Windmolens hadden hierin met 60 procent het grootste aandeel, gevolgd door biomassa met bijna 30 procent. Met zonnepanelen werd bijna 13 procent opgewekt en het aandeel van waterkracht bleef beperkt tot een half procent.
Het aandeel duurzaam opgewekte stroom in het totale elektriciteitsverbruik nam toe, van 12,5 procent in 2016 naar 13,8 procent in 2017.
Vooral meer windenergie
De productie van elektriciteit uit windenergie steeg met 16 procent, van 8,4 naar 9,6 miljard kWh. Dat komt vooral door de forse uitbreiding van het windmolenpark in de tweede helft van 2016. Deze nieuwe molens waren in 2017 het gehele jaar in gebruik en tellen daarom vanaf 2017 volledig mee. De capaciteit van de windmolens bleef in 2017 ongeveer gelijk: eind 2017 stond voor ruim 3,2 duizend megawatt vermogen op land en bijna duizend megawatt op zee opgesteld.
Meer zonnepanelen
Ook de productie van stroom met zonnepanelen nam toe, van 1,6 naar 2,1 miljard kWh. De totale opgestelde capaciteit van zonnepanelen is in 2017 flink gegroeid, en wordt geraamd op ruim 2,7 gigawatt. De opwekking van elektriciteit uit het verbruik van biomassa is in 2017 iets gedaald. Die daling komt vooral door een verschuiving van elektriciteits- naar warmteproductie door enkele grote biomassa-installaties.
Bron: CBS