Etnische discriminatie op de arbeidsmarkt is een grote zorg voor samenlevingen die gelijkheid nastreven. Ongelijke behandeling van burgers leidt tot ongelijkwaardigheid, onvolwaardige participatie en verlies van capaciteit. Socioloog Bram Lancee aan de Universiteit van Amsterdam gaat onderzoek doen naar specifiek de rol van werkgevers.
Hoe beïnvloeden de cultuur en structuur van organisaties de discriminatie van etnische minderheden op de arbeidsmarkt? Dat is de centrale vraag in het onderzoek van Bram Lancee waar hij onlangs een Vidi-subsidie voor heeft gekregen.
Focus in onderzoek was op werkzoekenden
Het is een vraag die nog niet vaak in onderzoek wordt gesteld. Dat werkgevers discrimineren is uit onderzoek wel gebleken, maar om dit te verklaren wordt meestal naar eigenschappen van werkzoekenden zelf gekeken, zoals hun vaardigheden, motivatie en werkervaring. Maar daarmee kunnen we de verschillen tussen organisaties niet verklaren en weten we veel minder over de rol van de werkgever.
De rol van de werkgever en internationale vergelijking
Socioloog Bram Lancee gaat het verband tussen de institutionele context, het gedrag van werkgevers en de ongelijke behandeling van etnische minderheden op de arbeidsmarkt onderzoeken en internationaal vergelijken. Het is daarmee het eerste grootschalige en cross-nationale onderzoek naar de rol van bedrijven bij discriminatie. Wordt er bijvoorbeeld minder gediscrimineerd bij bedrijven die met professionele recruitment teams werken? Hoe beinvloeden vooroordelen van individuele werkgevers het wervingsproces? Welke verschillen en overeenkomsten zien we tussen organisaties en landen? Lancee ’s hypothese is dat nationale instituties en organisaties de gelegenheidsstructuur bieden voor etnische discriminatie.
Labonderzoek, veldexperimenten en vragenlijsten
Voor zijn onderzoek zal Lancee een combinatie van methodes gaan gebruiken: vignetten, veldexperimenten, laboratoriumexperimenten en vragenlijsten. Hij gaat deze inzetten bij niet-overheidsinstellingen in Nederland, Duitsland, Spanje en Groot-Brittannië onder de beroepsgroepen: koks, accountants, it-specialisten, administratief medewerkers, shopping-assistants en hotelreceptie medewerkers. Op deze wijze zal Lancee de organisatiestructuur, het personeelsbeleid en interetnische attitudes analyseren en daarmee proberen het discriminatoir gedrag van werkgevers te verklaren.
Wat kan een socioloog bijdragen aan onze kennis over discriminatie?
‘Een socioloog kan een belangrijk inzicht leveren in het proces van discriminatie door steeds de verschillende niveaus van werknemer, werkgever en instituut aan elkaar te verbinden’, aldus Lancee. Het is bijvoorbeeld bekend dat mensen met vooroordelen eerder geneigd zijn te discrimineren, maar hoe verhoudt zich dit tot de context waarin zij opereren? Door de genoemde verbanden te leggen kan hier antwoord op worden gevonden.
Advies aan werkgevers en beleid
Naast wetenschappelijke output, wil Bram Lancee op basis van zijn Vidi-onderzoek advies delen met werkgevers en overheid en daarmee bijdragen aan het ontwerp van toekomstig beleid. Hoe kun je bijvoorbeeld selectieprocessen zo organiseren dat de kans op discriminatie vermindert? Welke teams kunnen discriminerende beslissingen verminderen? Hoe worden werkgevers zich bewust van een impliciete bias?