Bij veel consumenten en bedrijven in Nederland bestaat er de nodige onduidelijkheid over wat duurzaam en circulair ondernemen nu eigenlijk precies betekent. Er zijn geen officiële richtlijnen waar ondernemers zich aan vast kunnen houden. Maar dat laatste blijkt een reden te hebben. Het begrip ‘circulariteit’ kwam tien jaar geleden voor het eerst in zwang, toen steeds duidelijker werd dat wij met onze afvalproductie tegen de grenzen aan beginnen te lopen van wat de planeet kan hebben. Op dit moment is het voor veel bedrijven nog iets nieuws en innoverend, maar volgens Maria van der Heijden, directeur-bestuurder bij Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Nederland (MVO), weten we over tien jaar niet beter dan dat we circulair ondernemen.
Van der Heijden snapt wel dat er soms verwarring ontstaat over verschillende begrippen die worden gehanteerd, maar benadrukt dat circulariteit op zichzelf niet zo complex is: “In essentie gaat circulariteit over het besef dat afval geen afval is, maar een grondstof.” De verwarring ontstaat wanneer ‘circulariteit’, ‘duurzaamheid’ en ‘klimaatneutraal’ door elkaar worden gebruikt. Klimaatneutraal werken gaat primair over het beperken van CO2-emissie en valt, samen met circulair werken – het hergebruik van grondstoffen – onder het verzamelbegrip duurzaamheid. Maar wanneer is een bedrijf nu echt circulair bezig?
Circulair ondernemen, een andere manier van kijken
Volgens Van der Heijden vergt circulair ondernemen voor bedrijven een andere manier van kijken naar inkoop- en productieprocessen. Die andere manier van kijken kan voor ondernemers soms ook al beginnen bij de manier waarop men zelf producten koopt als consument. Moet je komkommer echt in een hoesje in de supermarkt liggen? Koop je voorgesneden uien in een plastic zak, of gewoon losse uiten? Gooi je oude bedrijfslaptops en kabels in de grijze container, of breng je ze naar een afvalpunt waar de losse onderdelen worden gedemonteerd?
Er zijn door wetenschappers die zich bezighouden met circulariteit allerlei modellen ontwikkeld over hoe om te gaan met afvalstromen, maar veel innovatie begint ook in het bedrijfsleven, vaak bij kleine disruptieve ondernemers. Van der Heijden ziet ze vaak voorbij komen bij MVO Nederland waar zowel bedrijven bij zijn aangesloten die innoveren als bedrijven die nog niet zover zijn, maar wel nieuwsgierig: “Omdat er bij ons landelijke netwerk niet alleen veel grote spelers zijn aangesloten, maar ook veel kleinere ondernemers, kunnen wij slimme circulaire oplossingen die worden bedacht bij start-ups snel koppelen aan grote bedrijven voor de nodige opschaling. Zo koppelden wij een mooi initiatief van een bedrijf waar meubels worden gemaakt van afvalhout aan een woningbouwcoöperatie waar veel afvalhout overblijft.”
In de praktijk
Circulariteit kan worden toegepast op allerlei niveaus en in allerlei sectoren. Voor de hand liggen: de maakindustrie en de echte afvalindustrie, omdat daar alles draait om grondstoffen en om hoe efficiënter om te gaan met afval. Maar ook in de zorg en de voedselindustrie kunnen nog grote stappen worden gemaakt. Dat kan soms met relatief eenvoudige innovaties. Zo heb je een grote importeur van avocado’s, die graag minder verpakkingen om de producten wilde. Inmiddels hebben zij een oplossing gevonden en laseren zijn hun productinformatie gewoon op de schil van hun avocado’s in plaats van op een kartonnetje en een plastic zak eromheen met daarop weer een plastic sticker. Maar ook een van de grote afvalverwerkers van Nederland heeft met haar klanten in de zorgsector een circulair initiatief opgezet om zoveel mogelijk monostromen te creëren met afval uit ziekenhuizen: het zogenaamde ‘afvalvat’. Het organiseren van monostromen is een belangrijke schakel bij circulaire oplossingen omdat afval dat ‘soort bij soort’ wordt verzameld gemakkelijker kan worden hergebruikt.
Een ander eenvoudig voorbeeld van circulair denken zien we bij een bedrijf voor robuust bedrijfsschoeisel. Vroeger maakten zij speciale veiligheidsschoenen met 200 verschillende materialen. Dit hebben ze de laatste jaren teruggebracht tot vijf materialen. Een stuk gemakkelijker – en voordeliger – om in te kopen en ook gemakkelijker uit elkaar te halen en te hergebruiken wanneer de schoenen versleten zijn. Van der Heijden: “Ik snap wel dat ondernemers soms denken: oef, waar begin ik? Want je moet iets gaan veranderen in je processen en dat kost tijd en aandacht. Maar circulair ondernemen is uiteindelijk toch ook lucratief omdat er kritisch wordt gekeken naar je inkoop van grondstoffen en het hergebruik van afval. Het besef dat circulair produceren ook rendement oplevert, groeit steeds meer.”
Kennisdeling en samenwerking
Ondernemers die meer willen weten over circulariteit kunnen tegenwoordig terecht op verschillende plekken. Twee grote Nederlandse banken doen veel om ondernemers te ondersteunen in circulair ondernemen, met daarbij ook veel oog voor de businesskant. Maar ook bij het Ondernemersloket van de Kamer van Koophandel kun je terecht voor meer informatie over circulair ondernemen. Begin dit jaar is een nieuw circulair community-platform opgezet door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, VNO-NCW, MVO Nederland en MKB Nederland om ondernemers zoveel mogelijk te faciliteren in circulair ondernemen. Er is een helpdesk, maar ook een online community voor matchmaking – want wat voor de ene organisatie afval is kan voor de ander een grondstof zijn. Het platform organiseert ook keukentafelgesprekken met bedrijven en consultants wanneer dat nodig is.
Circulariteit kent nog geen keurmerk. Volgens sommigen is dat jammer, maar Van der Heijden denkt daar anders over en ziet ook weinig noodzaak om circulair ondernemen nu te gaan vastleggen in allerlei wettelijke kaders en richtlijnen: “In Nederland lopen we momenteel voorop in Europa, misschien omdat circulariteit alles te maken heeft met innoveren – en daar zijn we hier goed in. Richtlijnen komen er wel als het niet opschiet, maar er gebeurt nu al zoveel dat alles dichttimmeren met richtlijnen het creatieve proces misschien zelfs zou kunnen vertragen. Dan gaat iedereen straks heel strikt binnen de richtlijnen zitten wachten op wat de overheid nu weer voorschrijft.”
De toekomst van circulair ondernemen
Nederland is best aardig op weg en de ambities zijn groot. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft twee jaar geleden in het Grondstoffenakkoord besloten dat we in 2050 alles in Nederland 100 procent circulair moeten produceren. Dit streven vergt volgens Van der Heijden wel wat creatieve denkkracht, maar die is er. Zo zijn er grote producerende bedrijven die hun business- to-business lijn helemaal aan het ombouwen zijn van verkoop naar verhuur. Zo worden er geen lampen meer aan bedrijven verkocht, maar ‘lichturen’. Matrassen worden niet meer aan hotels verkocht, maar verhuurt in de vorm van ‘lig-uren’. Wat dit te maken heeft met circulariteit? Van der Heijden: “Wanneer een fabrikant leverancier wordt van een service, maar zelf eigenaar blijft van het product, ligt de verantwoordelijkheid voor de recycling van de materialen ook bij hemzelf – en het rendement dat dit oplevert ook. Dit levert een enorme efficiëntieslag op bij het inzamelen en hergebruik.”
Circulair ondernemen is in het belang van bedrijven zelf, maar soms kan een breed maatschappelijk besef ook helpen om bedrijven een zetje te geven. Van der Heijden: “Vorig jaar zomer was er veel mediaaandacht voor al het fruit dat werd weggegooid door supermarkten omdat het fruit – door de droge, hete zomer – niet precies voldeed aan de exacte omvangeisen van retailers. Na de reuring die dit gaf onder consumenten zijn de vijf grote retailketens nu bezig om te kijken hoe ze hun inkoopketen beter kunnen afstemmen op de wensen van de klant. Want die maakt het echt niet zoveel uit wat de exacte diameter van een tomaat is.”