Nederland is, op de Verenigde Staten na, de grootste landbouwexporteur ter wereld. In 2018 exporteerde Nederland 101 miljard aan landbouwgoederen, blijkt uit cijfers van Wageningen University & Research. De agrarische sector is belangrijk voor Nederland en moet de traditionele manieren van produceren aanpassen aan de nieuwe vraag van haar klanten. “We hebben te maken met een vierde industriële revolutie.

Nederlandse agro-sector

De agro-sector ondergaat grootse veranderingen: schaalvergroting, toepassingen van IT, robotisering en cloud computing dragen bij aan een nieuwe bedrijfsmatige benadering. Als een boer met precisie op het niveau van één plantje data verkrijgt, kan hij veel gerichter interveniëren. Hij kan zien welk deel van het land wel of juist geen fosfortoevoeging nodig heeft en of er bijvoorbeeld op bepaalde stukken meer insectenbestrijding nodig is. Het maakt de landbouw effectiever en er worden minder onnodige bestrijdingsmiddelen en kunstmest gebruikt”, licht Henk Volberda toe. Hij is hoogleraar strategisch management en innovatie aan de Amsterdam Business School van de Universiteit van Amsterdam.

Consument

Naast innovatieve ontwikkelingen op technisch vlak, beïnvloedt de kritische houding van de consument over de manier waarop groenten, fruit en vlees worden geproduceerd ook de stappen die vanuit de politiek worden gezet. “Burgers vragen heel veel van de boer, maar als ze in de supermarkt staan als consument willen ze wel de laagste prijs. Die burger en consument zijn dezelfde persoon, maar men realiseert zich niet dat verandering en innovatie een prijs heeft voor de land- en tuinbouwondernemers”, legt Hans Van den Heuvel, algemeen directeur van de LTO Nederland, de situatie uit. Volberda: “Als we willen dat de biodiversiteit toeneemt, de CO2-uitstoot afneemt en de sector zich meer inzet voor duurzaamheid en dierenwelzijn, dan moeten we kiezen voor kringlooplandbouw en daarin de sector ondersteunen.

Meer betalen voor duurzaam

Uiteindelijk zullen we als consument een stukje vlees minder moeten eten en iets meer gaan betalen voor groente en fruit. De consument moet een keuze kunnen maken als hij in de supermarkt staat: iets meer betalen voor een duurzaam geproduceerd product uit Nederland of een product met een lagere prijs waarvan het productieproces negatieve effecten heeft op de wereld en onze gezondheid?” Dirk Strijker, hoogleraar ruimtelijke wetenschappen en landbouweconoom aan de Universiteit van Groningen, sluit zich daarbij aan: “Bij biologische producten wordt er al goed gecommuniceerd naar de consument waar de wat hogere prijs vandaan komt. De bio-labels worden afgegeven door controle-instanties, die de integriteit van de labels garanderen. Als de consument het proces beter begrijpt, is hij ook sneller bereid meer te betalen.”

Wet- en Regelgeving

De Nederlandse wet- en regelgeving is erop gericht de kwaliteit van de producten optimaal te houden en te voldoen aan ethische en milieunormen. Van den Heuvel: “De LTO Nederland heeft de afgelopen jaren gepleit voor meer aandacht vanuit de overheid voor het verdienmodel van de boer. Het is positief dat Minister Schouten heeft aangekondigd maatregelen te onderzoeken en een task force in het leven heeft geroepen om mogelijkheden op tafel te krijgen.”

De agro-sector moet veranderen, maar we moeten ondernemers het niet ontnemen een business te runnen. Onzekerheid maakt het niet gemakkelijk voor de sector. Strijker: “Het is lastig te voorspellen wat er in de toekomst aan wet- en regelgeving bijkomt. Als een bedrijf conservatief gefinancierd is, je goed opgeleid bent en over wat creativiteit beschikt, dan zie je dit soort zaken misschien als uitdaging. Ik kan me goed voorstellen dat een grote groep hier echter heel erg zenuwachtig van wordt. Alle opgelegde maatregelen kosten geld. Die regels zijn noodzakelijk. We zeggen tegen wetenschappers of automobilisten ook niet: u ziet maar. Echter moet het wel haalbaar blijven voor de agrarische ondernemers.”

Van den Heuvel sluit af: “Nederland wordt internationaal als gidsland gezien in de agro- en foodsector. Samenwerking binnen de sector tussen boeren en tuinders, maar ook andere agrarische ondernemers, leveranciers, educatieve instellingen en de overheid, is cruciaal om deze positie te kunnen behouden op de wereldmarkt.”

Het spreekwoord: Een man een vogel, een boer een gans – betekent: Iemand die het verdient, kun je ook wat meer geven.