De economie draait op volle kracht. Het gevolg is dat het steeds drukker wordt op de weg, en de komende vier jaar wordt een toename in files van 40 procent voorspeld. Dit kost de economie jaarlijks vele miljoenen euro’s. Er komen meer rijstroken en daarnaast is het tijd voor slim gebruik van de weg. Ook met behulp van nieuwe technieken.
Toename van mobiliteit
De toename van files en de verhoogde druk op het verkeerssysteem worden veroorzaakt door de economische groei waardoor minder mensen thuis zitten. Daarbij groeit de bevolking, zeker in de steden en ondanks de vergrijzing, vertelt Jan-Bert Dijkstra, directeur van het Beter Benutten-programma bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De drukke wegen zijn in principe een goed teken, want ze betekenen dat het economisch goed gaat. De keerzijde is de kwetsbaarheid die de drukte veroorzaakt. Op drukke momenten rijden zo’n zesduizend voertuigen per uur op een driebaansweg. “Je begrijpt dat dit een heel gevoelig systeem is, en hoezeer het onder druk komt te staan in tijden van economische voorspoed.” Ditzelfde geldt voor het Nederlandse openbaarvervoersnetwerk. Als daar iets misgaat, of er is een plotselinge toename aan reizigers, dan stroomt het al snel over. Zeker in de piekuren, die zich bovendien alsmaar uitbreiden.
Daarnaast speelt mee dat de mens een gewoontedier is, stelt Caspar de Jonge, programmamanager van het Partnership Talking Traffic bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Veel mensen gaan elke dag met dezelfde vervoersmiddelen op dezelfde tijd naar en van hun werk. Wie hierin kan variëren, in tijd en vervoersmiddelen, kan gerichtere en slimmere keuzes maken.
Capaciteit beter benutten
Een van de mogelijkheden om de drukte tegen te gaan, is bijbouwen: meer asfalt. Dit wordt in sommige kringen nog altijd gezien als dé oplossing, maar is niet alleen niet per direct beschikbaar, maar op lange termijn bovendien niet toereikend. In het huidige regeerakkoord wordt dan ook naar verschillende andere mogelijkheden gekeken, legt Dijkstra uit. Een optie is het slimmer benutten van de capaciteit die er al is. Zo eenvoudig als dit klinkt, is het in de praktijk niet. Daarom heeft het ministerie in 2010 het ‘Beter Benutten-programma’ opgezet, om te onderzoeken waar de precieze knelpunten liggen, en oplossingen te bedenken, variërend van het stimuleren van fietsgebruik tot aanmoedigen van flexibel werken en spitsmijden.
Verschillende invalshoeken
Er zijn verschillende invalshoeken voor deze problematiek. Vaak wordt een oplossing gezocht in slechts een van de aspecten, niet zelden met een focus op de technologische vernieuwingen. “Je kunt met een technologische bril, vanuit het bedrijfsleven, of vanuit het individuele menselijke gedrag naar de situatie kijken.” Bijna 60 procent van de werknemers woont binnen 10 kilometer van het werk en slechts de helft daarvan komt op de fiets. Daar zit bijvoorbeeld potentie. Een betere gezondheid van werknemers, een positief imago en financiële voordelen voor het bedrijf kunnen hier een rol in spelen. De belangen voor de werkgever, het individu en de gehele samenleving overlappen bovendien.
Gedragsverandering versus technologische oplossingen
De kwetsbaarheid van het verkeerssysteem ziet ook Kai Feldkamp, directeur Smart Mobility bij Rijkswaterstaat. “Onze wegen worden zeer intensief benut. Daarom zijn ze kwetsbaar voor ongevallen en incidenten. Respectievelijk 19 en 7 procent van de files wordt hierdoor veroorzaakt. Rijkswaterstaat zet daarom sterk in op het voorkomen en afhandelen van incidenten.” Daarvoor kunnen technologische hulpmiddelen ingezet worden. Zo zorgen matrixborden, die aangeven wanneer automobilisten een file naderen, voor een flinke vermindering van het aantal kopstaartbotsingen. Maar die borden zijn kostbaar en werken alleen op bepaalde plekken. Daarom wordt nu gekeken naar diensten die middels een app deze informatie in de auto’s krijgen. Dergelijke diensten, zoals in het Talking Traffic partnership worden ontwikkeld, zouden actuele informatie over wegwerkzaamheden, files, maar ook naderende ambulances of andere hulpvoertuigen kunnen bevatten. Het is dus van belang dat automobilisten ook nu al op een veilige manier gebruikmaken van moderne navigatie-apps.
Informatievoorziening
Ook gedragsverandering kan helpen de druk te verminderen, zegt Feldkamp. “Mensen kunnen veel zelf doen. You’re not stuck in traffic, you áre traffic. Dat is de eerste stap in bewustwording.” Dit begint volgens hem met een goed geïnformeerde bestuurder, door diensten te gebruiken die hierbij helpen. Is de auto het beste vervoer op dat moment of zijn er goede alternatieven? Er zijn veel middelen, diensten en apps beschikbaar. Op dit moment gebruikt ongeveer 50 procent van de automobilisten een navigatiemiddel. In de nabije toekomst zullen navigatie-apps steeds meer extra diensten en meldingen bevatten zodat reizigers een betere route kunnen kiezen, tijdiger gewaarschuwd worden voor files en ongevallen en beter geïnformeerd worden over parkeerplekken.
Slimme mobiliteit
Nieuwe ontwikkelingen in smart mobility volgen elkaar in rap tempo op. Zo ligt het binnen bereik dat auto’s zichzelf inparkeren en met elkaar en hun verbruiker verbonden zijn. Binnen enkele jaren zal de auto zijn gebruiker zelfstandig, al of niet via contact met de snelweg naar zijn bestemming rijden. Bovendien kan een slimme auto zien welke route rustig is en waar vrije parkeerplekken zijn. Ook kan automatisering in voertuigen een veiligheidsdoel dienen. Zo bestaan er automatische ingrepen die bestuurders ondersteunen, zoals de automatic emergency break (een automatische rem bij noodsituaties), een signaal wanneer de auto uit zijn baan raakt of de adaptieve cruise control. Nederland loopt hierin qua gebruik wat achter. Nederlanders kopen vaak kleinere auto’s, die minder van dit soort systemen aan boord hebben, legt Feldkamp uit. Tegelijkertijd blijkt uit onderzoek dat Nederland op het gebied van smart mobility in het algemeen een van de koplopers is. Dat heeft te maken met de overheid, de infrastructurele basis, het open databeleid, een goed ov-systeem, veel kennis en volop bedrijven en universiteiten die zich met het thema bezighouden en investeren. “We hebben een goede uitgangspositie maar ook een flinke uitdaging voor de boeg.”
Wat betekent het voor de doorstroming en veiligheid wanneer auto’s op elkaar reageren? Meer dan 90 procent van de ongelukken wordt op dit moment veroorzaakt door menselijk falen, dus het kan in potentie veel veiliger worden als de mens uit de vergelijking wordt gehaald.
Pratend verkeer
“We bewegen richting een zelfsturend, op waterstof rijdend voertuig, dat ons op afroep naar een bestemming naar keuze brengt, door een dienstverlener die inspeelt op die individuele behoefte en een prijs berekent op basis van beschikbaarheid”, voorspelt De Jonge. De overheid is actief bezig dit in meerdere publiek-private samenwerkingen mogelijk te maken. “De ontwikkelingen gaan heel snel en iedereen wil mee veranderen. Dat is spannend.” Het doel van Talking Traffic is uiteindelijk een nieuwe generatie reisinformatie en rijtaakondersteuning bieden waarmee reizigers voordat ze vertrekken goed geïnformeerd zijn en tijdens de reis verder kunnen kijken ‘dan de voorruit’. Een soort ‘TomTom in het kwadraat’.
Delen van data
Data en het delen ervan vormt een belangrijke pijler maar ook een van de uitdagingen in de omslag naar slimmere mobiliteit. Door data van verschillende publieke en private partijen te combineren kunnen betere diensten gerealiseerd worden en gezamenlijke initiatieven van de grond komen. Zoals een applicatie voor reisadvies over het type vervoer, de route en welke deelauto of deelfiets beschikbaar is. Nu zijn verschillende modaliteiten en aanbieders nog erg versnipperd, terwijl hun aantal alleen en de combinatie ervan maar zal groeien. Samenwerking is daarom een veelgehoord sleutelwoord. Lokale overheden, wegbeheerders en marktpartijen werken steeds meer samen. Binnen de samenwerkingen die nu worden georganiseerd zijn overheid en bedrijfsleven gelijkwaardige partners die gezamenlijk investeren, geeft De Jonge aan.
Rol van marktpartijen
De groeiende rol van marktpartijen zorgt voor veel mogelijkheden maar kan ook risico’s meebrengen. Juist de markt kan volgens Dijkstra oplossingen bieden voor bijvoorbeeld krimpgebieden waar bijna lege bussen rijden. Een agressieve marktpartij, zoals een Chinees deelfietsenbedrijf dat zonder overleg met de gemeente een paar honderd deelfietsen de schaarse Amsterdamse openbare ruimte in slingert, is een voorbeeld van hoe het niet moet. De Jonge herkent de argwaan omtrent dit soort spelers. Daarom moeten er goede afspraken gemaakt worden met de markt, denkt hij. De overheid kan afspraken maken en kaders schetsen, maar alles van tevoren dichttimmeren is geen oplossing. Hoe dan ook zal zij voor het garanderen van veiligheid en het beschermen van privacy veiligheidsmaatregelen in moeten bouwen, denkt Dijkstra.
Blik op de toekomst
De toekomst is al heel dichtbij: de ontwikkelingen gaan sneller dan gedacht. De reiziger maakt steeds meer gebruik van vervoersmiddelen die niet in het eigen bezit zijn, maar wel op diens vraag zijn toegesneden. Daar vormen zich nieuwe businessmodellen. De verschuiving van fossiele brandstof naar elektronische aandrijving is in volle gang. Onderzoek stelt dat 40 tot 70 procent van de auto’s in 2030 elektrisch is. Daarbij zitten auto’s steeds voller met elektronica, om het voertuig zelf aan te sturen. Feldkamp denkt dat steeds meer, ook kleinere, auto’s rijtaakondersteunende apparatuur aan boord zullen krijgen. Daarnaast is de verwachting dat autobezit voor de nieuwe generaties minder belangrijk zal worden. Daarmee zal de bezetting per auto stijgen. De groei van gedeelde mobiliteit zal op verschillende manieren zichtbaar worden. Dijkstra: “Als je je bedenkt dat de smartphone pas tien jaar oud is, dan kun je een inschatting maken van hoe snel de ontwikkelingen zich opstapelen.”