“Boerenondernemerschap is een vak apart. Boeren en tuinders produceren niet alleen prachtig voedsel, prachtige planten en bloemen. Zij staan middenin de maatschappij en dragen bij aan oplossingen van meerdere maatschappelijke vraagstukken. Denk aan klimaatverandering, maar ook aan de leefbaarheid van het platteland, dierenwelzijn en duurzame energieopwekking. Boer zijn in deze tijd betekent niet alleen dat je gezonde en veilige producten levert. Je zult je bewust moeten zijn van je omgeving en daar rekening mee moeten houden. Die omgeving gaat verder dan je naaste buren en jouw eigen gemeente. Ook de maatschappij, de consumenten en de politiek zijn nauw betrokken bij allerlei onderwerpen in de landen tuinbouw. Ze willen daarover meedenken en vaak ook veranderingen in teweeg brengen. Deze contacten met de omgeving kunnen ondernemers tot de conclusie brengen om de manier van produceren te wijzigen. Soms kom je tot nieuwe inzichten en zal je gaan werken met nieuwe technieken. En soms is het alleen nodig om je manier van produceren uit te leggen. Een duidelijk verhaal kan al verschil maken.
Door marktomstandigheden, (nieuwe) wetgeving en maatschappelijke druk voor wijzigingen, blijft het boerenondernemerschap altijd een uitdaging. Volgens mij is het daardoor ook begrijpelijk dat ondernemers niet altijd door de bomen het bos meer zien. Tegelijkertijd zie ik een agrarische sector met aanpassingsvermogen, diversiteit en boeren en tuinders die zich 365 dagen per jaar met hart en ziel inzetten voor hun bedrijf. Een sector waar we als Nederlanders trots op moeten zijn. Hoe ingewikkeld en uitdagend het boerenondernemerschap ook kan zijn, voor mij blijft het een fantastisch vak.”
Een gastbijdrage van Marc Calon, voorzitter bij LTO Nederland.