Het duurzaam inzetten van werknemers is erg belangrijk voor de economie, en dat geldt des te meer bij fysieke arbeid. Deze vorm van werk staat namelijk aan alle kanten onder druk. Ewout Brehm, directielid bij Buro voor Fysieke Arbeid, vertelt welke expertise nodig is om de duurzame inzetbaarheid van vakmensen te bevorderen.

Wat zijn de grootste problemen bij fysieke arbeid?

“De pensioenleeftijd stijgt, de toekomst van het werk is onzeker en daarbij krijgt het niet de waardering die het verdient. Met name de verhoogde pensioenleeftijd vraagt veel van mensen die het werk al jaren doen. Werknemers in de zestig hebben niet hetzelfde herstelvermogen als jongere collega’s, en dat betekent dat ze kwetsbaarder zijn voor uitval, terwijl het lichaam in dat werk het belangrijkste gereedschap is. Daarnaast horen zij bijna elke dag dat robots hun werk gaan vervangen, en dat zorgt natuurlijk voor veel onrust. Mensen met fysiek werk hebben vaak heel bewust een praktische opleiding gekozen en zitten niet op bijscholing te wachten. Daarbij heeft fysieke arbeid geen positief imago in Nederland, terwijl het veel vakmanschap vraagt. Zonder deze vakmensen zijn we nergens. Of dat nou om schoonmakers, bouwvakkers of productiewerknemers gaat.”

Ewout Brehm

Ewout Brehm

Wat kunnen bedrijven doen om werknemers te ondersteunen?

“Duurzame inzetbaarheid is in drie pijlers te verdelen: werkvermogen, employability en vitaliteit. Deze drie pijlers zorgen er samen voor dat een werknemer duurzaam inzetbaar is, en in dat brede kader moeten we dit thema ook aanvliegen. Met goedbedoelde acties als een fi etsplan of een fruitmandje in de kantine los je het probleem niet op. Het begint ermee dat zowel werkgever als werknemer hierin hun verantwoordelijkheid nemen. Bij werkvermogen is uiteraard het verminderen van de fysieke belasting een belangrijk aandachtsgebied. Maar ook het herstelvermogen (lees: leefstijl) speelt een grote rol. Op het gebied van employability is het belangrijk om vroeg te beginnen. Bedrijven maken razendsnelle ontwikkelingen door en moeten hun personeel zo trainen dat ze met deze ontwikkelingen mee kunnen gaan. Dit geldt voor zowel ervaren werknemers als nieuwkomers, en aandacht en waardering voor vakmanschap zijn hierin erg belangrijk. Vitaliteit laat zich snel vertalen in betrokkenheid, motivatie en enthousiasme in het werk. Dat wordt meestal gezien als iets dat er wel of niet is, maar ook daar kan heel bewust en planmatig aan worden gewerkt.”

Hoe helpen jullie organisaties om duurzame inzetbaarheid te bevorderen?

“Allereerst is het belangrijk om te beseffen dat het fysieke aspect van het werk ook een speciale benadering vraagt. Dat zit in de inhoud van het werk, maar ook in de doelgroep. Daar hebben wij ons al meer dan dertig jaar op toegelegd. Ook hier geldt dat er eerst een goede basis moet worden gelegd. Een heldere visie, het bespreken van wederzijdse verantwoordelijkheid, een projectmatige aanpak en het betrekken van medewerkers. We helpen bedrijven om die basis te leggen, maar op alle onderdelen hebben we ook specialistische interventies ontwikkeld waarmee we het proces kunnen ondersteunen. Bijvoorbeeld in training en coaching als het gaat om fysieke belasting of leefstijl. Maar ook het vormgeven van de aandacht voor het vakmanschap. Op die manier kunnen wij bedrijven in de breedte ondersteunen in de manier waarop zij de aandacht voor duurzame inzetbaarheid van hun medewerkers vormgeven. Met als uiteindelijke doel: met elkaar in gesprek zijn over het thema.”

Meer informatie
http://bvfa.nl/